Huis ten Woude 1807
Zeker meer dan anderhalve eeuw heeft aan de Rijksstraatweg bij Heerenveen, daar waar het Rottumer voetpad en de "Woudsingel" deze weg kruisten,
een herberg met daaraan verbonden boerderij gestaan. De herberg heette "Huis ten Woude". Het stond daar de eerste eeuw eenzaam aan de weg en is een veelgebruikte
pleisterplaats geweest voor passanten, die hier te voet langs kwamen en voor andere reizigers, die te paard of met rijderij onderweg, even wilden "aansteken".
Later, toen de plaats Heerenveen in het zuiden werd uitgerekt, kwam de herberg-boerderij wat dichter bij de bewoning. Maar toch bleef het een apart punt dat aangegeven was
als Verlengde Dracht(later Burgemeester Falkenaweg 139) en in de volksmond nog altijd "Café Arend Meester" heet, naar de laatste bewoners van die naam.
Naast "Huis ten Woude" liep de Woudsingel, een voetpad richting Oranjewoud wat destijds een aansluiting had aan de Korflaan (linksaf) en de Laan van het Woud
(rechtsaf). De Korflaan en het deel vanaf het Café tot aan de Algemene Begraafplaats is verdwenen, het andere deel vanaf de begraafplaats richting Oranjewoud
tot aan de Koningin Julianaweg heeft later de naam Binnenweg gekregen.
Volksdichter Harmen Wiegers Schraa
Huis ten Woude is in 1807 gebouwd door de bekende volksdichter Harmen Wiegers Schraa.
De gebruikte materialen waren afkomstig uit de stad Leiden, waar op 12 januari 1807 om kwart over vier 's middags, ten tijde van de Franse bezetting, een kruitschip in de lucht was gevlogen.
Deze ramp, waarbij vele inwoners het leven verloren, richtte grote verwoestingen aan. Schraa kocht een scheepslading "afbraak" en hiervan werd een tapperij en logement gebouwd.
Hij noemde zijn herberg "Huis ten Woude", waarschijnlijk omdat deze halverwege Heerenveen en Oranjewoud was gelegen. Het geheel bestond uit een eenvoudig huis met een klein schuurtje.
Hoewel de Rottumerweg toen nog een voetpad was, het pad binnendoor naar Oranjewoud nog niet bestond en de rijksweg zelf een modderweg was zonder bomen aan de kant, mocht toch zijn herberg
zich in de belangstelling van het reizend publiek verheugen. Harmen was getrouwd met Jentje Arends Stuiver, samen hadden zij 7 kinderen.
Valse munterij
Toch ging het de rijmende kastelein minder goed. In 1818 werd hij op vermoeden van valsemunterij,
een misdrijf waarop toen de doodstraf stond, gevangen genomen en ter dood veroordeeld, men zette hem gevangen in de gevangenis aan de Molenwijk.
Dit was een zeer primitieve gelegenheid en bestond uit een oud pakhuis, ook wel het Blokhuis genoemd en eigendom van de houthandelaar Hiddinga, die het aan de grieternij Schoterland als gevangenis verhuurde.
Dankzij zijn redenaarstalent werd hij in hoger beroep vrijgesproken, maar na het gebeurde werd Friesland hem te klein en vertrok hij in 1823 naar Amsterdam, waar hij zich als "advocaat" vestigde.
Zijn leven is door Jacob Hepkema beschreven en in boekvorm uitgegeven wat uitleenbaar en ook ter inzage ligt in Tresoar te Leeuwarden. Zijn verdediging op rijm voor het Hof, die hij zelf heeft gevoerd,
is nog alleszins het lezen waard. De herberg is op dinsdag 19 oktober 1813 verkocht bij executie voor een somma van zeshonderd franken. Wat het meest voor de hand ligt, is dat Jacob de Looze de herberg
heeft gekocht maar daarvan is helaas geen hard bewijs te vinden.
Latere bewoners
Over Jacob de Looze is weinig te vinden, alleen een koopakte van 20-10-1821 waarin vermeld staat dat hij een huis en herberg aan het
Oranjewoudster voetpad voor 1300 gulden heeft verkocht aan Roelof Jacobs Boosman, Roelof vestigde
zich toen als boer en kastelein op het Huis ten Woude. Voordien was hij werkzaam op één van de buitens in Oranjewoud. Hij trouwde op 21-05-1814 met Hendrikjen Jans Punter, zijn tweede huwelijk vond plaats op 04-08-1824 met Maria Ages Kroontje.
Reeds twee jaar later hebben deze jongelui een zeer moeilijke tijd gehad. Door de grote stormvloed van februari, toen Zuid-Friesland voor een groot "deel onder water stond, liep ook hun koestalling achter huis onder.
Om de beesten toch droog te houden, moesten deze in hun woonkamer geplaatst worden! Roelof overleed op 10-06-1868, want in dit jaar treffen we zijn zoon Julius als kastelein aan. Julius kocht van zijn vader, volgens de koopakte, op 10-05-1868
het huis en de herberg met schuur, stalling, kegelbaan, tuin, een stuk weiland, hooiland, een water en een stelle voor 5500 gulden.Julius was gehuwd met Elisabeth Meyners uit Luinjeberd, hij overleed op 18-01-1874 waarna zijn weduwe
hertrouwde met Jan Hendriks Bosma. In een overeenkomst-akte van 22-07-1882 staan Jan Sjoerds de Boer vermeld als kastelein en landbouwer op Huis ten Woude en Jan Hendriks Bosma (landbouwer) wonende te Terband als voogd over Maria en Gesina Boosman,
kinderen van wijlen het echtpaar Julius Boosman en Elisabeth Hendriks Meyners. Wat deze akte precies inhoud is mij niet bekend, maar het lijkt er op dat Jan Sjoerds de Boer een soort zetbaas is geweest.
Jan Bosma verhuurde, volgens een huurcontract-akte van 29-12-1882, de herberg aan koopman Klaas Zwart wonende te Nijehaske, voor de duur van 2 jaren en een keurjaar.
Herberg inventaris verkocht in 1884
Op 11 juli 1884 is ten verzoeke van Jan Hendriks Bosma, landbouwer in Terband, voor zich en tevens als hoedanigheid van voogd over Maria en Gezina Boosman,
minderjarige kinderen van de wijlen echte lieden Julius Boosman en Elisabeth Hendriks Meijners, de café-inventaris verkocht ten laste van Jan Sjoerds de
Boer, vroeger kastelein op Huis ten Woude, wonende te Offingawier, in executoriaal beslag genomen goederen. Aangeboden werden: tafels, eikenhouten kabinet, kastjes, 30 stoelen, kachels, spiegels, schilderijen, lampen, glasgordijnen, kasteleinsgoederen als grote en kleine blikken bladen, karaffen,
flessen, drank- en bierglazen, koffiekannen, ketels, schalen, theegoed, koper, tin, blik en aardewerk, benevens 25.000 kg hooi.
Latere bewoners 1887 tot 1951
Op 17-11-1887 heeft Jan Bosma het huis en de herberg
verkocht aan Pieter Eyles van der Gaast voor een bedrag van 7770 gulden. Volgens de koopakte van 25-11-1896 heeft Pieter de herberg met huizinge voor 3500
gulden verkocht aan Dirk Polder, wonende te Hemelum, drie jaar later, op 17-01-1899, verkoopt Dirk de herberg met huizinge voor 2900 gulden aan Arend Jans
Meester. Arend Meester exploiteerde tevens een winkelhuis met bierbottelarij aan de Kerkstraat en naar de gewoonte van die tijd, richtte hij naast zijn café
een biertuin in met verschillende gezellige en intieme zitjes. Bij de wandelingen, welke jong en oud in die dagen zomers naar Oranjewoud maakten, was deze
kleine uitspanning een tijdlang zeer in trek bij het Heerenveense publiek. Arend Jans Meester overleed op 06-03-1923 op 59-jarige leeftijd, zijn vrouw Hinke
Bouwes Sietzema heeft na zijn overlijden de herberg samen met oom/tantezegger Arend Hattums Meester voortgezet, Arend was de zoon van Arend Jans Meester zijn
broer Hattum Jans Meester, Hinke overleed op 03-05-1926 te Heerenveen. Na het overlijden van Hinke, heeft Arend het Café voortgezet. Arend overleed op 09-07-1950
te Heerenveen. De huizinge is 50 jaar in eigendom geweest van de famile Meester. In 1951 is het bedrijf van Arend aangekocht door de heer Lucas Jongbloed,
deze verbouwde de oude herberg en het café en was het interieur aan de moderne eisen van die tijd aangepast. Op zaterdag 10-03-1951 werd de zaak opnieuw
geopend.
Sloop Café Arend Meester 1961
"De gestadige uitbreiding van Heerenveen was de
oorzaak, dat Café Arend Meester is verdwenen. Het was voor afbraak te koop aangeboden. De gemeente Heerenveen had zich al in het bezit van dit pand gesteld,
voor de sloop heeft het nog gediend als toonruimte van steenhouwerij Eijgelaar uit Wolvega.In de Friese Koerier van 15 september 1961 treffen we deze
advertentie aan; Burgemeester en wethouders van de gemeente Heerenveen bieden op afbraak te koop aan: De gehele opstal met fundering enz. van de woning,
plaatselijk bekend als "Café Arend Meester", Burgemeester Falkenaweg 139, Heerenveen. Om de Rembrandtlaan te kunnen aanleggen zijn in 1961/1962, het "Huis ten
Woude" en naast gelegen panden afgebroken. De laatste bewoner van Huis Ten Woude was een zekere Harmen Dijkstra, die later naar de Hiddingastraat is verhuist.
Jacob Hepkema 1899
In juni 1899 schreef de uitgever Jacob Hepkema in zijn dagboek over dit pand: " 't Huis ten Woude aan de weg naar 't Woud is de laatste jaren dikwijls van
eigenaar verwisseld. Toch komen er steeds weer kopers met een andere kijk er op. Nu zijn de zware gewitte iepen er vóór gevallen, drie in getal en daarvoor is
een waranda over de gehele lengte in de plaats gekomen." Ouderen hebben deze vrij smalle waranda nog wel gekend.
Verder: "40 jaar geleden vond men er al een buitenzitje ietwat omhoog aan de voorgevel ten zuiden. Toen woonde daar oude Roel Boosman. Later kwam er een
koepel in de tuin en een kegelbaan op verlangen der vele Duitsers of manufacturiers van Heerenveen". Dat waren dan de Berkemijers, de Schöne's en andere
Duitse "koopmannen". Alles ging te niet! Zelfs de naam Huis ten Woude verdween en maakte plaats voor "Land- en Spoorzigt".
Dwaas! Geen verbetering!" vond Hepkema. Men weet, dat in 1868 de spoorlijn Heerenveen-Meppel tot stand was gekomen. De spoorweg liep door het vlakke land;
huizen stonden er niet aan straatweg en Rottumerweg. De kastelein wilde meedoen en liet als nieuwe naam "Land- en Spoorzigt" op zijn etablissement schilderen.
Later is de oude naam weer teruggekomen.
Bron: Archief Heerenveen-Midden - Delpher kranten - AlleFriezen